Zoeken
Zoeken
Filter op thema
Bestuur Cultuur Techniek Arm/Rijk Wonen Hagenaars

Bekijk tijdlijn

Tucht- en spinhuis

In de 17de eeuw kwam een nieuwe straf in de mode. Naast lijfstraffen en verbanning kon je veroordeeld worden tot een aantal jaren werken in het tuchthuis. Dat was een soort gevangenis waar je zwaar werk moest verrichten. Mannen moesten 12 uur per dag harde tropische houtsoorten, het zogenaamde Braziliëhout, raspen. Vrouwen gingen naar het Spinhuis om garen te spinnen.

De geraspte houtvezels werden gebruikt als grondstof voor de bereiding van verf en inkt. Dat bracht nog behoorlijk wat geld in het laatje.

Lastige gevangenen die ruzie maakten of vochten, werden in de boeien geslagen en midden in de ruimtes gestraft. Ze kregen een pak slaag waar iedereen bij was.

Hagenaars konden ter lering en vermaak een bezoek brengen aan het tuchthuis om te kijken hoe de gevangenen hun werk deden.

Het eerste Haagse tucht- en spinhuis stond aan de Prinsegracht.

G. van Giessen, Het Tucht- of Spinhuis aan de Prinsegracht, 1725, Collectie Haags Gemeentearchief
Caspar Luyken, Mannen aan het werk in het Rasp- of Tuchthuis, 1711, Rijksmuseum