Den Haag wordt ingenomen

Gelre (het huidige Gelderland) en Utrecht wilden zich niet overgeven aan keizer Karel V. Vooral de Gelderlanders verzetten zich hevig en zelfs met wapens tegen de keizer. In 1528 nam een leger van 2000 man Utrechters en Gelderlanders onder leiding van Maarten van Rossum Den Haag in.

Van alle kanten trokken zij de stad binnen en namen alle kostbaarheden in beslag. Dat was niet zo moeilijk, omdat Den Haag geen stadsmuren had. Door heel veel losgeld te betalen, 28.000 goudguldens, voorkwam het dorpsbestuur een ramp. Daardoor stopte het moorden en branden en trokken de indringers al na twee dagen weg.

De Utrechters onderwierpen zich datzelfde jaar al aan Karel V, maar pas in 1543 erkende Gelre zijn gezag.