Zoeken
Zoeken

Jacoba van Beieren

Gravin van Holland van 1417-1433
1401-1436

Jacoba van Beieren iwas de dochter van Willem VI, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, en Margaretha van Bourgondië. Jacoba van Beieren groeide op bij haar moeder op het kasteel in Le Quesnoy in Henegouwen (nu Noord-Frankrijk), terwijl haar vader vooral in Den Haag verblieef. Zij was enig kind.

Jacoba verloofde zich in 1406 met Jan van Touraine, de tweede zoon van de Franse koning. Jacoba was toen vijf jaar oud en Jan acht jaar! Jan kwam naar het kasteel van Le Quesnoy in Henegouwen, waar Jacoba en haar moeder meestal wonen. De kinderen speelden samen en kregen les in lezen en schrijven. In 1415 overleed de oudere broer van Jan plotseling. Jan was nu kroonprins van Frankrijk en Jacoba, met wie hij kort tevoren was getrouwd, zou koningin worden. Dit ging niet door, want in april 1417 overleed Jan aan een ontsteking in zijn hals. Jacoba was op haar 16de jaar al weduwe.

Op 31 mei 1417 stierf ook haar vader graaf Willem VI. De 16-jarige Jacoba van Beieren was nu officieel gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Haar moeder Margaretha oefende als gravin-moeder veel invloed op haar dochter Jacoba uit. De edelen en steden van Holland, Zeeland en Henegouwen habben aan graaf Willem VI beloofd dat Jacoba hem mocht opvolgen als gravin, maar zij hielden zich niet aan hun woord.

Voor Jacoba werd al snel een nieuwe echtgenoot gevonden. In maart 1418 trouwde ze in Den Haag met haar neef, de veertienjarige Jan IV, hertog van Brabant en Limburg. Het huwelijk werd ongeldig verklaard omdat de paus geen toestemming had gegeven voor dit huwelijk tussen neef en nicht.

Slechts een korte periode kreeg Jacoba steun en bescherming van haar oom Jan zonder Vrees, hertog van Bourgondië. Een andere oom, Jan van Beieren, wilde haar graafschappen hebben en viel het graafschap Holland binnen. Hij versloeg de aanhangers van Jacoba. Vanaf 1420 was Jan van Beieren de baas in Holland en Zeeland. Jacoba en haar moeder moesten uiteindelijk het bestuur over Holland en Zeeland overlaten aan Jan van Beieren. Margaretha en Jacoba trokken zich terug in Henegouwen.

In maart 1421 vertrok Jacoba in het geheim naar Engeland, op zoek naar steun en een nieuwe echtgenoot. Humphrey, hertog van Gloucester, broer van de Engelse koning wilde wel met Jacoba trouwen. Ook hij was geïnteresseerd in het bezit van de graafschappen van Jacoba van Beieren. Zij trouwden in 1422.

Maar de machtige hertog Philips van Bourgondië zag dit huwelijk niet zitten. In november 1424 kwam Humphrey van Gloucester met een Engels leger naar het Europese vasteland. Humphrey werd verslagen, hij keerde terug naar Engeland en liet Jacoba alleen achter.

In januari 1425 overleed Jan van Beieren. Hij werd waarschijnlijk vergiftigd. In 1428 sloot Jacoba van Beieren vrede met hertog Philips van Bourgondië. In 1433 deed Jacoba afstand van haar graafschappen. Holland, Zeeland en Henegouwen vormden nu een onderdeel van het Bourgondische rijk.

Jacoba sloot vriendschap met een machtige Zeeuwse edelman, Frank van Borselen. In 1434 trouwde zij met hem. Sindsdien verbleef ze vaak in zijn kasteel te Sint-Maartensdijk op Tholen.

In 1436 kreeg Jacoba tuberculose. Ze overleed op 9 oktober 1436, ze was 35 jaar oud. Ze was vier keer getrouwd gewesest maar had geen kinderen. Ze werd begraven in het familiegraf in de Hofkapel op het Binnenhof in Den Haag.

Collectie Haags Historisch Museum stamboom/jacoba_van_beieren_1401-1436_gravin_van_holland_en_zeeland.jpg