Johanna van Aragon

Johanna van Aragon iwas de dochter van koning Ferdinand van Aragon (1452-1516) en koningin Isabella van Castilië (1451-1504).

In 1496 trouwde zij met Philips de Schone, zoon van Maria de Rijke, hertogin van Bourgondië, Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelre, gravin van Vlaanderen, Artesië, Holland, Zeeland en Henegouwen en Maximiliaan van Habsburg.

Philips en Johanna kregen zes kinderen, die allemaal koning of koningin werden.

Door een aantal snel opeenvolgende sterfgevallen in de familie was Johanna van Castilië in 1497 ineens de enige troonopvolger van Spanje. In 1506 werden Philips en Johanna ook officieel koning en koningin van Castilië (nu Spanje).

Aan het begin van de zestiende eeuw kreeg het Sint Nicolaasgasthuis in Den Haag een nieuwe ziekenzaal met vijftien gebrandschilderde ramen. Philips de Schone en zijn vrouw Johanna van Aragon schonken één van deze ramen, waarop hun portretten staan afgebeeld.

Philips de Schone overleed plotseling in 1506. Hij werd slechts 28 jaar oud. Johanna ging na het overlijden van haar man vreemd doen. Zij wilde met niemand meer iets te maken hebben en reisde zelfs een aantal jaren rond met de kist van haar overleden man. Daarom kreeg ze de bijnaam: ‘Johanna de Waanzinnige’. In 1509 sloot haar vader Ferdinand van Aragon haar op in het koninklijke paleis van Tordesillas (Spanje). Johanna blieef hier tot aan haar dood in 1555. Zij is begraven bij haar man Philips de Schone in de koninklijke kapel naast de kathedraal van Granada (een stad in Spanje).