Maria van Bourgondië

Maria van Bourgondië was de dochter van Karel de Stoute, hertog van Bourgondië en Isabella van Bourbon. Haar vader was erg machtig. Hij heerste over Bourgondië, Vlaanderen, Artesië (Noord-Frankrijk), Holland, Zeeland en Henegouwen (in het zuiden van het huidige België en Noord-Frankrijk).

In haar jeugd woonde Maria regelmatig op het Binnenhof in Den Haag.

Na de dood van haar vader in 1477 werd Maria hertogin van Bourgondië, Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelre, gravin van Vlaanderen, Artesië, Holland, Zeeland en Henegouwen. Zij was toen 19 jaar oud en de machtigste vrouw van Europa. Vanwege deze enorme erfenis kreeg zij de bijnaam Maria de Rijke. Veel prinsen wilden met haar trouwen.

In de eerste maanden na het overlijden van haar vader had Maria van Bourgondië het niet makkelijk. In haar landen waren veel inwoners ontevreden. Ze hadden veel belasting betaald voor de oorlogen van haar vader. Ze beloofde veel aan de bestuurders in haar landen in de hoop dat ze haar steunen. Haar beloftes legde ze vast in het zogenaamde ‘Groot Privilege’.

Een man voor Maria de Rijke iwerdl snel gevonden. Zij trouwde op 19 augustus 1477 met aartshertog Maximiliaan van Habsburg. Zij gingen samen heersen over haar gebieden.

Maria en Maximiliaan krijgen drie kinderen:
1) Philips de Schone (1478-1506)
2) Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), van 1507 tot 1530 landvoogdes in de Nederlanden.
3) Frans die kort na zijn geboorte in 1481 stierf.

Maria hield veel van paardrijden. Op 27 maart 1482 struikelde haar paard tijdens een tocht. Maria viel en kwam onder het paard terecht en brak haar rug. Ze stierf een paar dagen later.

Maria de Rijke is begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge (België).