Philips de Schone

Philips de Schone was de zoon van Maria de Rijke, hertogin van Bourgondië, Brabant, Limburg, Luxemburg en Gelre, gravin van Vlaanderen, Artesië, Holland, Zeeland en Henegouwen en Maximiliaan van Habsburg, rooms-koning van Duitsland.

Maria de Rijke stierf in 1482. Maximiliaan, de vader van Philips, regeerde voor zijn vierjarige zoontje over Bourgondië, Brabant, Limburg, Luxemburg, Gelre en Vlaanderen. Zijn (stief)grootmoeder Margaretha van York zorgde voor zijn opvoeding. Hij woonde vooral aan het hof in Mechelen (in het huidige België). Na 1494 ging de zestienjarige Philips de Schone zelf regeren.

Hij probeerde goed voor de Nederlandse gebieden te zorgen, bijvoorbeeld door de handel met Engeland te bevorderen. In Den Haag kwam een nieuwe rekenkamer speciaal voor de Hollanders. Deze rekenkamer moest letten op alle inkomsten en uitgaven van de bestuurders in dit gebied.

In 1496 trouwde hij met Johanna van Aragon (1479-1555), dochter van koning Ferdinand van Aragon en koningin Isabella van Castilië. In 1497 was Johanna van Aragon door een aantal snel opeenvolgende sterfgevallen ineens de enige troonopvolger van Castilië (nu Spanje).

Philips en Johanna kregen zes kinderen, de twee zonen werden keizer en de vier dochters koningin.

In 1506 werden Philips en Johanna ook officieel koning en koningin van Castilië.

Aan het begin van de zestiende eeuw kreeg het Sint Nicolaasgasthuis in Den Haag een nieuwe ziekenzaal met vijftien gebrandschilderde ramen. Philips de Schone en zijn vrouw Johanna van Castilië schonken één van deze ramen, waarop hun portretten staan afgebeeld.

Philips de Schone overleed plotseling in 1506. Hij werd slechts 28 jaar oud. Philips werd begraven in de koninklijke kapel naast de kathedraal van Granada (een stad in Spanje).