De aanleg van de Laakhaven
Vanaf ongeveer 1870 groeide Den Haag sterk als centrum van industrie en handel. Veel handelswaar werd toen aangevoerd via de waterwegen. Op de Trekvliet was het een drukte van belang van schepen en bootjes. Weldra bleken de waterwegen rond en in de binnenstad de toegenomen scheepvaart niet meer aan te kunnen. De Veerkades lagen vol met schepen.
Vanwege de moeilijke bereikbaarheid begonnen ondernemers te klagen bij het gemeentebestuur. Het leidde ertoe dat men besloot om een nieuwe binnenhaven te maken voor het laden en lossen van schepen. Een haven werd ook dringend nodig gevonden om de grachten in de binnenstad te kunnen dempen. Deze grachten waren immers een groot hygiënisch probleem, omdat ze ook als riool gebruikt werden. Uiteindelijk leidde het tot de aanleg van de Laakhaven, direct ten zuiden van het station Hollands Spoor. In 1899 werd begonnen met het graven van een haven vanuit de Trekvliet. Rond de haven ontstond vervolgens een industriewijk met fabrieken en opslaghallen.