Een gebouw in 'Jeugdstijl'

Aan het einde van de 19de eeuw lijkt het wel alsof de verschillende bouwstijlen over elkaar heen vielen. De ene keer koos een bouwmeester voor neogotiek (zie 1878), een andere keer voor neorenaissanceDe nieuwe Renaissance. Een 19de-eeuwse bouwstijl waarin men teruggreep op de Renaissance-stijl uit de de late 16de en vroege 17de eeuw. Je kunt dit zien aan de horizontale lijnen in de gevel en het gebruik van baksteen en natuursteen. (zie 1885). Maar er kwam ook een geheel nieuwe stijl van bouwen op, waarbij gebruik werd gemaakt van hele nieuwe technieken, bijvoorbeeld op het gebied van glas en gietijzer.

Een prachtig voorbeeld is de voorgevel van Denneweg 56, dat in 1898 werd opgeleverd. Trots staat dit jaar in ijzer bovenop de gevel vermeld. De opdrachtgever was de ijzersmederij Beekman, die een mooie toonzaal voor zijn producten wilde hebben. En wat is dan mooier dan het gebouw van veel ijzersmeedswerk te voorzien. De architect, J.W. Bosboom, verwerkte zo’n 45.000 kilogram ijzer in het gebouw!

Het winkelpand is een goed voorbeeld van de bouwstijl die op zijn Duits Jugendstil of op zijn Frans art nouveau genoemd wordt. Jugendstil, jeugdige stijl, omdat het een geheel nieuwe stijl van bouwen was. Ook art nouveau, nieuwe kunst, geeft dit aan. Kenmerkend zijn met name het materiaalgebruik en de gebogen en speelse vormen, die aan de plantkunde ontleend zijn. Vooral het lijstwerk bovenop de voorgevel blinkt uit in allerlei krullen.