Verboden spijkers te slaan
In 1854 werd de ‘Vereeniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse’ opgericht. Het doel van de vereniging was om arbeiders een woning te verschaffen waarin zij een menswaardig bestaan konden leiden.
Dat zoveel arbeiders in sloppen en steegjes moesten wonen, kwam door de grote groei van de stad. Maar het kwam ook doordat er Haagse burgers waren die grote winst wilden maken. Zij verhuurden dan een krot voor veel geld. De nieuw opgerichte vereniging pakte het anders aan.
In 1856 kwamen de eerste woningen van de vereniging gereed tussen de Paramaribostraat en de Javastraat: het hofje van Schuddegeest. De woningen bestonden uit een begane grond en een lage verdieping.
Arbeiders konden deze woningen huren, maar hadden dan wel te maken met een strikt huurreglement. Enkele delen uit dit reglement:
"Dronkenschap van de huurder en elke ongeregeldheid, die de buren tot overlast is, heeft zijn verwijdering tot gevolg." En: "Het is verboden spijkers te slaan in de muren, deuren en kozijnen."
Toch was de bouw van deze woningen voorlopig nog een uitzondering. Men bleef woninkjes bouwen op binnenterreinen. Pas in 1860 stelde het gemeentebestuur voorzichtig een paar voorschriften en regels op.