Zoeken
Zoeken
Filter op thema
Bestuur Cultuur Techniek Arm/Rijk Wonen Hagenaars

Bekijk tijdlijn

Woonhotels

Het was heel gewoon dat dienstmeisjes bij 'hun familie' inwoonden. Zij heetten 'meisjes voor dag en nacht'. Je had namelijk ook dagmeisjes, bellenmeisjes, wasmeisjes, naaisters en keukenmeisjes. In grote huizen hadden ze hun eigen kamertje. Langzamerhand kozen veel meisjes voor een beter betaald baantje op een fabriek of in een winkel. Zo kwam er een gebrek aan dienstpersoneel. De oplossing daarvoor kwam in de vorm van woonhotels: comfortabele appartementen in speciaal ontwikkelde gebouwen. Zo’n woonhotel bezat ook een lift (heel bijzonder in die tijd!), een restaurant en een wasserij.

Den Haag was hierin uitzonderlijk. Andere grote steden kenden zulke woonhotels nauwelijks. Dat kwam omdat Den Haag voor rijke mensen een gewilde stad was om in te wonen. Zeker voor de Nederlanders die, rijk geworden in Indië, gepensioneerd naar het vaderland terugkeerden. Het was dan makkelijker om in een luxe appartement te gaan wonen dan in een heel huis waarvoor je weer veel personeel nodig had.

In 1920 kwam op de hoek van de Benoordenhoutseweg en de Neuhuyskade het eerste Haagse woonhotel: Huize Boschzicht. Het is ook een van de eerste gebouwen in Den Haag die gebouwd is in de bouwstijl van de Nieuwe Haagse SchoolBouwstijl uit de periode 1920-1940. Kenmerkend voor de stijl zijn een kubusvormige bouw, bakstenen gevels met een mooie detaillering in het metselwerk, daken met grote overstekken (het dak steekt ver over de gevel heen) en stalen vensters. De Nirwanaflat (1930) aan de Benoordenhoutseweg en de Willemsparkflat aan de Zeestraat (1931) zijn andere voorbeelden van woonhotels.

Woonhotel Huize Boschzicht. Foto J. Vrolijk.
Woonhotel Nirwanaflat.