Karel de Grote
Het ontstaan van Holland – deel 3
In 786 volgde Karel de Grote zijn vader Pepijn op en werd hij koning van het grote Frankische rijk.
Op Eerste Kerstdag van het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer gekroond. De paus was in 799 gevlucht nadat er in Rome een aanslag op zijn leven gepleegd was, en had Karel om bescherming gevraagd. In 800 trok Karel met een leger naar Rome om het gezag van de paus te herstellen. Karel toonde zo dat hij machtig genoeg was om de titel van keizer waardig te zijn, en hij liet zien dat hij de beschermer van de kerk was.
Onder Karel de Grote werd het Frankische rijk nog groter. Karel ging regelmatig op oorlogspad. Hij beloonde zijn krijgers met oorlogsbuit, maar ook met land. Karel had zo veel volgelingen dat hij ze niet meer allemaal om zich heen kon hebben. De band tussen koning en vertrouweling kreeg een andere vorm: het leenstelsel.