Lodewijk de Vrome
Het ontstaan van Holland – deel 5
Na de dood van Karel de Grote werd zijn zoon, Lodewijk de Vrome, de keizer. De bijnaam van Lodewijk was de Vrome, omdat hij probeerde om iedereen in het hele rijk tot een streng christendom te bekeren.
Lodewijk had veel problemen: er waren veel opstanden en aanvallen van buitenaf op het rijk zoals van de Vikingen. Maar ook zijn zoons zorgden voor problemen: ze wilden meer macht en daarom hadden de broers veel ruzie met elkaar, en met hun vader. Door al die ruzies kon Lodewijk de Vrome zijn land niet goed beschermen. De Vikingen kwamen met hun schepen naar de kust en roofden en plunderden er op los. Lotharius, de oudste zoon van Lodewijk, maakte handig gebruik van de Vikingen. Hij maakte afspraken met de Vikingen: als zij chaos creëerden in Frisia, dan konden ze rekenen op de steun van Lotharius. Uiteindelijk kreeg de Viking Haraldr de belangrijk handelstad Dorestad en land in de omgeving in leen. In ruil daarvoor moest hij zorgen dat er geen plundertochten in de omgeving meer ondernomen werden.