Hervormers
Eeuwenlang hadden de mensen alles geloofd wat de geestelijken (monnikenMan die in een klooster leeft en zich volledig richt op God., pastoorsPriester die aan het hoofd van een kerkgebouw staat en bisschoppenBestuurder van een gebied van de kerk. Dat gebied wordt een bisdom genoemd.) hun vertelden. Aan het begin van de zestiende eeuw gingen steeds meer mensen nadenken of alles wat de geestelijken vertelden eigenlijk wel echt waar was. Omdat monniken en priesters vaak ook hun eigen regels (van armoede, kuisheidNiet aan seks doen en gehoorzaamheid) overtraden, kwam er steeds meer kritiek op de katholieke kerk.
De belangrijkste kritiek kwam van de Duitse monnik Maarten Luther (1483-1546) en de Franse geleerde Johannes Calvijn (1509-1564). Zij wilden de kerk veranderen. Omdat de katholieken dat niet wilden, richtten deze twee mannen eigen nieuwe kerken op. Deze kerken worden hervormde of gereformeerde (nieuw gevormde) kerken genoemd. De periode waarin Luther en Calvijn (en nog enkele anderen) optraden, noemen we wel de Hervorming of Reformatie.