De uitvinding van de verrekijker
Hans Lipperhey, een brillenmaker uit Middelburg, presenteerde in 1608 zijn verrekijker aan prins Maurits en vroeg op zijn uitvinding patentRecht dat de overheid geeft aan een uitvinder, dat anderen zonder de toestemming van de uitvinder de uitvinding niet mogen namaken. aan bij de Staten-GeneraalHet hoogste bestuur waarin afgevaardigden van alle gewesten zaten. Nu de Eerste en Tweede Kamer bij elkaar..
Vanwege de onderhandelingen over het Twaalfjarig BestandWapenstilstand die in 1609 tussen Spanje en de Republiek gesloten werd. De wapenstilstand zou twaalf jaar duren, tot 1621. waren in Den Haag op dat moment vele buitenlandse edelen en diplomatenVertegenwoordigers van een land. aanwezig. Prins Maurits toonde aan een ieder zijn nieuwe verrekijker, met als gevolg dat andere vorsten en edelen in Europa ook deze nieuwe uitvinding wilden hebben.
Zodra de Italiaanse sterrenkundige Galileo Galileï de berichten uit Den Haag had vernomen, begon hij ook zelf een kijker te bouwen. Hij sleep lenzen en maakte een telescoop voor de bestudering van planeten en de maan.
Na de uitvinding van de verrekijker gingen veel meer mensen de sterren en planeten bestuderen.