Joden uit Oost-Europa
In de zeventiende eeuw kwamen veel jodenAfstammeling van het volk dat duizenden jaren geleden in Israël woonden. De joden hebben een eigen geloof. Hun heilige boek heet de Tora. uit Oost-Europa naar Nederland. Zij werden in Duitsland, Polen en Rusland uit hun huizen verdreven. In de RepubliekRepubliek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond uit de gewesten Holland, Friesland, Gelre, Overijssel, Groningen, Utrecht en Zeeland in de periode 1588-1795 mochten zij gewoon joods blijven en wonen waar zij wilden. Veel joden trokken naar Amsterdam, maar een een aantal ging naar Den Haag.
Daar woonden al rijke joden uit Spanje en Portugal, Portugese joden genoemd, die aan het einde van de 16de eeuw naar Holland waren gekomen. De Oost-Europese joden, later Hoogduitse joden genoemd, waren meestal arm. Zij mochten maar een paar beroepen uitoefenen, zoals voddenhandelaar of verkoper van oude spullen. De gildeVereniging van mensen met hetzelfde beroepn wilden hen niet toelaten, zodat ze bijvoorbeeld geen bakker, schilder of metselaar konden worden.
Alexander Polak, uit Polen, hield in 1675 voor het eerst een gebedsdienst met meerdere mannen bij hem thuis: de eerste Hoogduitse synagogeGebedshuis van de joden. was een feit.