Trekschuiten

Het ging steeds beter met de handel en de nijverheidElk bedrijf waarbij grondstoffen worden verwerkt, zoals bijvoorbeeld hout of metaal. in de zeventiende eeuw. Daarom moesten er ook betere wegen komen om al die goederen snel en zo goedkoop mogelijk te vervoeren. Landwegen waren er weinig en meestal waren ze modderig, hobbelig en vol gaten. Waterwegen pasten veel beter in het Hollandse land.

Voor vervoer over water was de trekschuit heel geschikt. Een trekschuit was een grote boot die door het water werd voortgetrokken door een paard op de kant. Dit voortrekken heette jagen, het pad waarop het paard liep heette daarom het jaagpad.

Om de waterwegen goed op elkaar te laten aansluiten werden er vaak nieuwe gegraven, speciaal geschikt voor trekschuiten: trekvaarten. In 1648 kwam er een trekvaart tussen Den Haag en Leiden. Binnen de kortste keren ontstond er een heel net van trekvaarten dwars door het land.

Pas met de komst van de stoomtrein werden de trekschuiten minder belangrijk.