Triomftocht van Willem
Sinds stadhouder Willem III ook koning was van Engeland, was hij niet meer in zijn geboortestad geweest. De Hagenaars hadden hem dus nog niet kunnen feliciteren met zijn kroning. Pas in december 1690 hoorden zij dat hun prins eindelijk weer thuis zou komen. Ze gingen direct aan de slag om hem groots te ontvangen. Kosten noch moeite werden gespaard. De Haagse magistraatStadsbestuur. had er wel 6000 gulden (2700 euro) voor over. Dat komt neer op zo'n 120.000 euro nu!
Willem kwam eind januari onverwacht met de boot aan in Hellevoetsluis en reed zwaar verkouden in een koets naar Den Haag. Daar stonden de Hagenaars hem op te wachten bij de brug bij het Westeinde. Onder groot gejuich werd hij naar het Binnenhof gebracht. Willem vond dat het zo wel genoeg was geweest, hij voelde zich ziek. Maar de Hagenaars dachten er anders over. Zij wilden hem nog een keer echt trakteren op een onvergetelijke triomftocht. Bovendien hadden ze overal in de stad prachtig versierde feestpoorten, erebogen en pektonnen als feestverlichting neergezet. Daar moest de prins natuurlijk wel van kunnen genieten. Een paar dagen later reed Willem toch maar door de stad.