Tulpengekte
Westerse reizigers die halverwege de zestiende eeuw Turkije bezochten, ontdekten daar een eigenaardige soort lelie: de tulp. Al snel werd de bol naar West-Europa meegenomen en kwam hij ook in Holland terecht. De bloem werd hier heel populair.
Men ging bijzondere soorten kweken in allerlei kleuren en men verkocht deze voor steeds hogere prijzen. Een ware tulpomanie (tulpengekte) ontstond, die zijn hoogtepunt bereikte toen voor één zeldzame bol de gigantische som van 5000 gulden werd betaald. Dat is nu zo'n € 100.000!
Deze gekte kon niet lang duren: in 1637 zakte de handel plotseling in en vanaf dat moment werd de tulp weer gewoon een populaire bloem in plaats van een geldbelegging. Een hoop mensen raakten hierdoor wel in de financiele problemen of gingen zelfs failliet! De schilder Jan van Goyen (1596-1656) was zo'n tulpenspeculant, die in de problemen kwam.
De tulp komt veel voor op Nederlandse schilderijen uit de zeventiende eeuw, vooral op stillevens.