Bourgondische stadhouders
Na het aftreden van Jacoba van Beieren in 1433 werden de hertogen van Bourgondië ook graaf van Holland (en van Zeeland en Henegouwen).
Zij regeerden over een gebied van Zwitserland tot aan de Noordzee. Dit was zo groot, dat zij zich nauwelijks meer zelf konden bemoeien met het bestuur van hun verschillende vorstendommenLand met aan het hoofd een keizer, koning, graaf of hertog.. Bovendien hadden zij hun hoofdpaleis in Dijon, de hoofdstad van Bourgondië en dat lag te ver weg om vaak in Holland en Den Haag te zijn. Daarom stelden zij een stadhouderIn de middeleeuwen plaatsvervanger van de koning. Vanaf 1581: opperbevelhebber van het leger en de vloot, ondergeschikt aan de Staten. aan om in hun plaats in Holland te regeren.