Een valk die voor je jaagt
Het jagen met roofvogels was een populaire sport onder edellieden. Jonge vogels werden daarvoor uit hun nest gehaald en afgericht door een valkenier.
Het waren vaak valken, haviken of sperwers. Van de valken waren de slechtvalk en de giervalk het populairst. Voor de zeldzame witte giervalk hadden vorsten heel veel geld over.
De vogels kregen leren riempjes aan de poten en een kapje over hun kop zodat ze niets konden zien. Ze leerden stil te zitten op de handschoen van de valkenier en kregen als beloning te eten. Als ze voldoende 'tam' waren, mochten ze een eindje vliegen. Zo leerden ze langzamerhand te jagen en te luisteren naar de valkenier.