De zeehaven wordt geopend

In 1894 had een zware noordwesterstorm veel Scheveningse vissersschepen die op het strand lagen vernield. Deze ramp was de directe aanleiding om een zeehaven in Scheveningen te maken, waarin de schepen veilig konden liggen.

In 1900 werd begonnen met het graven en in 1904 was de zeehaven af. De eerste de beste vissersboot, een bomschuit, die de haven binnenliep, strandde gelijk al. Dat kwam omdat de haven niet dieper mocht zijn dan twee meter. En als het eb was, stond er toch al gauw nog minder water. Dieper mocht niet van de minister van Oorlog, want dan kon de haven misschien wel gebruikt worden door grote schepen met soldaten van een mogelijke vijand. Later verviel die eis en mocht de haven worden uitgediept. In de haven was het voor de grote vissersvloot heel krap. De vloot bestond maar liefst uit 340 schepen! Daarom werd meteen al gepleit voor uitbreiding van de haven. Uiteindelijk kwam in 1931 een tweede binnenhaven gereed.